zondag 27 juni 2010

Kermesse (einde)


La kermesse op de school van mijn kinderen is geweest. Tijd om, zoals beloofd, te vertellen hoe het is afgelopen met mijn dilemma rond de Franse naam voor ons Oudhollandse spel spijker poepen. Zie mijn berichten van 27 mei, 28 mei en 1 juni. Tot mijn grote opluchting mocht cacaclou deel uitmaken van de feestvreugde. Het was bovendien un succès fou, de kinderen konden er geen genoeg van krijgen om het spijkertje in de flessehals te laten vallen. Ik had verschillende soorten flessen meegenomen, zodat het zelfs voor de allerkleinste broertjes en zusjes die waren meegekomen haalbaar was om hun caca te doen.

Uiteindelijk was de titel cacaclou helemaal geen probleem voor de Fransen. Mijn angst dat ze niet genoeg gevoel voor humor zouden hebben, bleek ongegrond. In de aan de kermesse voorafgaande conseil d'ecole was de hilariteit groot, zo werd mij later verteld. Want het ging ook weer niet helemaal zonder slag of stoot. Mijn nieuw ingebrachte spel was wél onderwerp op de agenda en moest afgestemd worden. Ik heb begrepen dat er grote begrippen zijn gebruikt, zoals la moralité. Maar uiteindelijk was iedereen het erover eens: ça fait rire aux enfants, ça devrait aller ...

In één opzicht ging ik toch nog tever: ik probeerde een wedstrijdje spijker poepen te regelen tussen de hoofdmeester en een kantinejuffrouw. Zij zei nog 'als hij het doet, doe ik het ook', maar hij bleef zeer standvastig: en aucun cas zou hij meedoen! En dat zegt dan toch ineens weer veel over de Fransen en hun gevoel voor humor ...

maandag 21 juni 2010

Un panier de crabes

Dat was niets teveel gezegd, dat de mayonnaise in l'équipe de France niet pakte. Het understatement van het jaar, kunnen we inmiddels wel vaststellen. Ik kan er niet omheen het nu alweer over voetbal te hebben. Want in Frankrijk heeft men het over niets anders. Het is inmiddels een kwestie van staatsbelang geworden.
Soi-disant kwam het door Nicolas. Nee, niet díe Nicolas, ik heb het over Nicolas Anelka, de speler die trainer Domenech had uitgescholden. Vas te faire enculer, fils de pute had hij gezegd, en dat is inderdaad niet netjes. Anelka werd ervoor uit het team en naar huis gestuurd. Maar het probleem schijnt een stuk dieper te liggen. Want wie is de verrader in het team, die dit incident aan de pers heeft doorgespeeld? Alle spelers waren er boos over en namen het op voor Anelka. En wat doe je als oprecht boze Fransman? Je staakt, natuurlijk. Zo kwam het dat het team niet wilde komen trainen eergisteren. En daar waren anderen dan weer boos over. De afgevaardigde bondsdirecteur van het team stapte op en ging ook naar huis.
Un vrai carnage is het inmiddels aan het worden, ze breken daarginds de boel totaal af en zijn de risée van de hele wereld. Vanuit Rusland, waar hij op bezoek was bij president Medvedev, liet die andere Nicolas via de televisie weten, dat als het allemaal waar is, dit inacceptable, ... inacceptable is. Tja, wat moet je anders zeggen.
Op de radio hoorde ik iemand de situatie heel aardig samenvatten: il faut un bon coup de balai dans ce panier de crabes: er moet eens goed de bezem door deze mand met krabben! Heerlijk trouwens, krab met een mayonnaisesaus. Mits ie goed pakt natuurlijk ...

woensdag 16 juni 2010

Op je honger blijven zitten

Na de eerste wedstrijd van het Nederlandse elftal hoorde ik op het Vlaamse televisiejournaal het commentaar: 'we zijn toch een beetje op onze honger blijven zitten'. En zo komt het dat ik het vandaag alweer over voetbal én over gallicismen heb! Want 'op je honger blijven zitten' zal de meeste Nederlanders niets zeggen. Het is een letterlijke vertaling van het Franse rester sur sa faim. Dat betekent dat je niet genoeg gegeten hebt. De uitdrukking wordt meestal figuurlijk gebruikt: je bent niet aan je trekken gekomen, je hebt niet alle antwoorden gekregen, je bent teleurgesteld. Het Nederlandse elftal speelde maar matig, geloof ik. Dus hebben we geen waar voor ons geld gekregen. En nu maar hopen dat de wedstrijd tussen Frankrijk en Mexico vanavond onze honger volledig zal stillen.

zondag 13 juni 2010

Le bon réflexe

'Krijgen de oude reflexen het vertrouwen?' schrijft Marc Chavannes als titel boven een column in het NRC Handelsblad. Als échte Nederlander vraag je je volgens mij direct af wat dat in hemelsnaam zijn, oude reflexen. Zelf ben ik geen échte Nederlander meer, maar een Nederfrançaise en daarom begreep ik direct wat Marc bedoelde. Want hij gebruikte een gallicisme. In Frankrijk hoor je het te pas en te onpas: le bon réflexe. Het betekent: de juiste reactie, precies het goede doen. Bijvoorbeeld
  • se laver les mains avant de manger (handen wassen voor het eten): c'est le bon réflexe!
  • le recyclage de déchets (afval scheiden): c'est le bon réflexe!
  • se mettre la crème solaire (je insmeren met zonnebrandcrème): c'est le bon reflexe!

En Chavannes' vraag of de oude reflexen het vertrouwen krijgen? Daarmee bedoelt hij (neem ik aan, want helemaal duidelijk is het niet) of de Nederlandse politieke partijen die vertrouwde gewoonten hebben, die terugvallen op automatismen in hun manier van besturen (op 'vertrouwde bureaucratische reflexen', schrijft hij) zullen winnen bij de verkiezingen. Inmiddels weten we daarover een heleboel meer, maar gaat dat het kader van mijn blog gelukkig ver te buiten.

Het is niet dat we het woord reflex in het Nederlands niet kennen:

  • 'in een reflex gooide ik het stuur om'
  • 'sorry, het was een reflex'
  • 'de reflexen zijn in orde' (zegt de dokter wanneer hij met een hamertje op je knie slaat).

We bedoelen er een directe reactie mee, een onwillekeurige, onmiddellijke beweging, in letterlijke zin dus. Niet figuurlijk, zoals in bovenstaande Franse voorbeelden. En zoals Chavannes in zijn column. Als correspondent heeft hij heel wat tijd doorgebracht in Frankrijk. En wie ermee omgaat wordt ermee besmet, zullen we maar zeggen.


Weet je wat ook un bon réflexe is? Het geluid uitschakelen wanneer je naar Nederland-Denemarken gaat kijken vandaag. Vanwege het niet uit te houden geluid van die vuvuzelas.




donderdag 10 juni 2010

La mayonnaise ne prend pas

Het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika begint vandaag! Nou ben ik absoluut geen voetbalfan, behalve dan wanneer op de sportpagina van de krant mijn oog op een interessante Franse uitdrukking valt: la mayonnaise ne prend pas, de mayonnaise 'pakt' niet. Veel Nederlanders zegt dat misschien niets, dat de mayonnaise niet pakt. Dat komt omdat in Nederland tegenwoordig niemand nog zijn eigen mayonnaise maakt. Er moeten namelijk rauwe eieren in, en daar zijn wij een beetje bang voor, vanwege het gevaar van besmetting met de salmonellabacterie. In Frankrijk zitten ze daar niet mee. Geen haar op een Frans hoofd zou er bijvoorbeeld over denken om een aïoli te maken met mayonnaise uit een pot erbij! Mayonnaise maken is een kunst, het gaat erom op de juiste manier eierdooiers, olie, mosterd en azijn door elkaar te klutsen tot een samenhangend geheel. Wat dat met voetbal te maken heeft? Nou alles, want in de équipe de France pakt de mayonnaise niet. Het team is nog geen samenhangend geheel, nog geen smeuïg van de lepel aflopende saus ... Wij zeggen het anders: de chemie is er nog niet. Of die er bij het Oranjeteam wel is ..?

zondag 6 juni 2010

Dans son jus

Deze twee stoeltjes hebben we dit weekend voor 10 euro op een brocante gevonden. Ik denk dat ze origineel zijn, want de verkopers waren oude mensen. Un couple de jeunes mariés, een pasgetrouwd stel, van achter in de tachtig! Ze hadden van alles dubbel, dus moest er flink wat de deur uit.

We hebben die stoeltjes gekocht dans leur jus. Dat is een uitdrukking uit de antiquairswereld, om aan te geven dat het een object is waar niets aan gedaan is, je moet het zelf eventueel restaureren. Je koopt het in de staat waarin het is. 'As is', zeggen de Engelsen.
Je kunt de uitdrukking ook tegenkomen als je iets tweedehands koopt, via een advertentie bijvoorbeeld. Als je op die manier een oude motor op de kop tikt, dans son jus, dan betekent het waarschijnlijk dat hij niet rijdt. Zo is het ook juridisch waterdicht. Je wist waar je aan begon, dus kom later niet klagen! Dat zal ik over mijn stoeltjes niet doen, ze staan leuk op mijn achterterrasje en ik ben er heel blij mee, juist vanwege hun jus.

donderdag 3 juni 2010

Sachet de chien

Er zijn van die momenten dat ik blij ben dat er geen Fransen bij zijn. Zoals laatst in Nederland, toen ik met iemand in een restaurant zat te eten. Aan een grote tafel naast ons zat een bruiloftgezelschap. Ze waren aan het einde van hun maaltijd en de koffie werd geserveerd. Met grote hoeveelheden koekjes. Toen de gasten aanstalten maakten om weg te gaan, kwam het bedienend personeel met een hele stapel doggy bags aan. Die waren voor de koekjes. Begrijp me goed, de gasten hadden er niet om gevraagd, de zakjes werden 'ambtshalve' uitgereikt! Of misschien had het bruidspaar het uitdrukkelijk zo afgesproken vantevoren? Vanuit de gedachte: zo'n etentje kost een lieve duit, maar dan eten we ook ALLES op ...

Zoiets is aan Fransen niet uit te leggen. Die doen wel zeer moeilijk als het om het eten zelf gaat, maar verder zijn ze aan tafel behoorlijk laconiek. Ze laten rustig een half bord met eten staan als het teveel is (wij niet: zonde toch?) en als er wijn over is na de koffie, gaan ze die echt niet meer opdrinken (wij wel, we laten niets staan, want je wordt toch al altijd zo gepakt op de wijn, hè!).

In een Frans restaurant overgebleven eten mee naar huis nemen en om een doggy bag vragen? Laat dat maar liever. Niemand zal je begrijpen. Voorzover het personeel al iets kan met de twee Engelse woorden doggy en bag zal men denken dat je onder de tafel een hond had verstopt en un sachet de chien nodig hebt om zijn behoefte op te ruimen.

dinsdag 1 juni 2010

Kermesse (3)

Verder over mijn dilemma. Hoe vertaal ik 'spijkers poepen' in het Frans? Natuurlijk kan ik voor de veilige weg kiezen en het eigenlijk helemaal niet vertalen. Ik noem het gewoon clou-bouteille bijvoorbeeld. Het andere uiterste: chier des clous. Hele Franse volksstammen zitten helemaal niet met dit woord: tu me fais chier, c'est chiant ... je hoort het de hele dag. Maar voor op het affiche? Nee, toch maar niet. Faire caca is een ander woord voor poepen, kindertaal eigenlijk, dus dat moet kunnen. Behalve dat de constructie wat ingewikkeld wordt: faire caca de clous, het klinkt ook gewoon niet.

Nou denk ik er eerlijk gezegd sterk over om er cacaclou van te maken. Het is een alliteratie, loopt lekker. Het klinkt vrolijk en het laat wat te raden over. Maar je moet er de lol wel van in zien, natuurlijk. En daar zit het 'm nou precies in. Hebben de Fransen er wel genoeg gevoel voor humor voor? Ik heb er in alle openheid met een Franse vriendin over gepraat (zonder mijn twijfels te uiten over het Franse gevoel voor humor uiteraard). Ça me choque pas, zei ze, 'ik val er niet van achterover'. Goed nieuws dus. Ze zal nu voor mij un petit sondage doen, ze gaat een kleine enquête houden, heel discreet. Want ze ziet het probleem ook wel ...
Je hoort de afloop van dit verhaal over een paar weken, na de kermesse.